Historie
Van pastorie naar modern Gezondheidscentrum het Laefhoês in America
Eind 2016 is America een voorziening rijker als ’t LaefHoês (de voormalige pastorie uit 1892 aan de Past. Jeukenstraat) gerealiseerd is.
Periode 1: 1891-1926 PASTORIE ST. JOZEFKERK

JHH van Groenendael
Vóór 1800 was America een groot veen- en heidelandschap, onderdeel van het Peelgebied. Nadat in 1866 de spoorlijn Venlo-Eindhoven was aangelegd, werd op het kruispunt van enkele karrensporen Wachtpost 16 gebouwd. In deze tijd telde America zo’n veertig boerenfamilies die naar de Peel waren gekomen om te verdienen aan het steken van turf.
In 1888 werd de eerste school gesticht die aanvankelijk ook dienst deed als kerk. Nadat op 26 april 1891 het eerste parochiehoofd, pastoor Jeuken was aangesteld, werd al snel duidelijk dat het schoolgebouw ontoereikend was als kerk. Op de eerste kerkbestuursvergadering van 17 mei 1891 werd besloten tot de bouw van een nieuwe kerk met pastorie. Een maand later tijdens de tweede vergadering van 7 juni lag er al een plan met bestek op tafel. De architect (zie foto), de in Hilversum gevestigde JHH van Groenendael was een bekende van pastoor Jeuken. Beide waren afkomstig uit het Limburgse dorp Nunhem, vlak bij Roermond. Het totale plan omvatte de bouw van een kerk met pastorie voor een bedrag van fl. 26.493,00. Dit werd deels betaald uit een subsidie van de gemeente van fl. 15.000. Daarnaast droeg het Hertogdom Limburg ook nog fl. 1.000 bij. Het overige geld werd ingezameld door pastoor Jeuken die in de omgeving van Venlo een beroep deed op de vrijgevigheid van katholieken door de verkoop van loten.
Nadat op 18 juni 1891 tijdens de aanbesteding de bouw van de kerk en pastorie werd gegund aan L. Haegens uit Horst, was men van plan vóór 1 december 1891 de kerk en pastorie onder dak te hebben, zodat deze vóór 1 mei 1892 betrokken zouden kunnen worden. Dit voornemen werd gehaald want op 11 mei 1892 is de nieuwe kerk ingezegend en op 21 juni 1892 kon de pastoor ook zijn intrek nemen in de nieuwe pastorie. Op de foto de toenmalige Stationsstraat (thans Past. Jeukenstr. met links de nieuwe pastorie. Architect van Groenendael komt uit een familie van metselaars en aannemers uit het Midden- Limburgse dorp Nunhem. Zijn vader Jan van Groenendael (1835-1912) werkte als aannemer aan de Limburgse kerken van Merkelbeek en Posterholt. Onder directie van Pierre Cuypers voerde hij in 1879 de restauratie uit van de toren van Martinskerk in Venlo. Drie van zijn zonen, Jean, Jacques en Hubert kozen eveneens voor het vak van aannemer/architect, waarvan de laatste als bekendste wordt gezien. Zoon Jacques bezat ook een aannemerij, de eigenlijke voortzetting van het bedrijf van zijn vader, en werkte net als zijn vader geregeld samen met Pierre Cuypers, zoals bij de bouw van het Groot Seminarie in Hoeven en de St. Annakerk in Breda. Van Groenendael vestigde zich eerst in Hilversum en verhuisde in 1907 naar Breda, waar hij de timmerfabriek “de Mark” bezat en gedurende lange tijd lid was van de gemeenteraad.
Zijn vroegst bekende werk als architect is de bouw van twee vleugels aan het gymnasium in Venray voor de Paters Franciscanen in 1890. De kerk en pastorie in America uit 1891 gelden als een van zijn vroegste werken. Aansluitend ontwierp hij ook de kerk van het naastgelegen dorp Griendtsveen. Als architect heeft hij ongeveer 25 kerken gebouwd of verbouwd en als aannemer bouwde hij meer dan 60 kerken. Daarnaast ontwierp hij verschillende kloosters, scholen, gestichten, kapellen, pastorieën en een ziekenhuis.
Periode 2: 1926-1981 H. Hartklooster met de Zusters van Goddelijke voorzienigheid.
Bij zijn aanstelling in 1923 had pastoor Houben een grote wens: een katholieke school in het dorp, in plaats van de bestaande openbare school. Hij ging op zoek naar “goedroomse” leerkrachten en stuurde verzoeken naar de zusters van het Kostbaar Bloed, de sociëteit van Jezus, Maria, Joseph in Den Bosch en naar de zusters Ursulinen in Grubbenvorst. De toenmalige bisschop van Roermond, monseigneur Schrijnen, twijfelde echter of de congregaties zusters konden vrij maken om in America een klooster te beginnen. De verzoeken van pastoor Houben werden in eerste instantie dan ook afgewezen. Maar uiteindelijk lukte het de pastoor in november 1924 toch en overtuigde hij de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid zich wel in America te vestigen.
Pastoor Houben had voor de zusters al een onderkomen op het oog, namelijk zijn eigen pastorie die hij veel te groot vond voor zichzelf. Bij de voormalige pastorie hoorde een achterbouw en een grote tuin met een boomgaard, die ideaal zou zijn voor de zusters. Hijzelf betrok een nieuwe kleinere pastorie gelegen tussen het nieuwe klooster en de kerk.
Direct bij het begin van de oorlog werden de zusters geconfronteerd met oorlogsleed. Soldaten die tijdens de invasie van de Duitsers gewond raakten werden in het klooster verpleegd. Aan het einde van de oorlog werd de strijd steeds heftiger, de luchtgevechten namen toe en vliegtuigen stortten brandend neer. Ondanks dreigende frontgevechten bleven de zusters in het klooster. Op 12 oktober 1944 werd America getroffen door zwaar granaatvuur, waarna vliegtuigen een belangrijk knooppunt van wegen bombardeerden, dat middenin van het dorp lag. Het klooster, dat in die tijd veel Griendtsveense evacués huisvestte, kreeg ook twee voltreffers te verduren. Veertien doden werden in de spreekkamer van het klooster opgebaard en werden later in een collectief graf begraven. Op 28 oktober moesten ook de zusters America verlaten en vertrokken ze met enkele spullen op kruiwagens naar Sevenum waar ze tot 18 december ’44 verbleven, het moment waarop ze terugkeerden naar hun lege vernielde klooster.
Na de oorlog werd begonnen met de wederopbouw van het klooster. Na het herstel van de oorlogsschade (onder andere gaten op de zuidwest-hoek), werd in 1956 het klooster geheel opgeknapt. Er kwam waterleiding, een badkamer en geiser, de vloeren werden voorzien van linoleum, de voorgevel opnieuw gekleurd en gevoegd, en de ramen en deuren werden geverfd.
Gedurende winter van 1979 werd er in verband met de hoge brandstofkosten van afgezien de kerk door de week te verwarmen. Van januari tot maart stelden de zusters haar huiskapel ter beschikking voor dagelijkse missen van de parochie (zie foto) . Het grootste aantal mensen dat in die tijd in de kapel was, is 26 personen, inclusief de zusters. Gaandeweg werden de zusters ouder waardoor langzaamaan taken werden overgedragen. Door het gebrek aan zusters kon de congregatie ook geen nieuwe zusters meer naar America sturen. Het vertrek van de zusters uit America was onvermijdelijk. Uiteindelijk werd op 12 februari 1981 in overleg met pastoor Heidendael vastgesteld dat de zusters op 1 oktober 1981 uit America zouden vertrekken.
Periode 3 1982-2015 Huisartsenpraktijk met woning
Intussen ging de dorpsraad van America op zoek naar een eigen huisarts voor America. Na veel praten en ook zoeken werd deze gevonden in de persoon van Jan van Dongen. Zie krantenartikel 30-11-1980
Op zeker moment kreeg de in het Groene Kruis-gebouw gevestigde huisarts van de kerk het aanbod zijn praktijk voor te zetten in de voormalige pastorie en klooster. Een deel van de begane grond werd verbouwd tot praktijk en het overige deel kreeg de bestemming van woonhuis. De voormalige schuur werd verbouwd tot woonkamer en er werd een serre toegevoegd. Een ingrijpende verandering in de gebouwstructuur was in 1985 de doorbraak van het pastoorstoilet aan het eind van de gang waardoor een directe verbinding naar de toenmalige schuur/ bijkeuken ontstond.
Andere toevoegingen uit die tijd waren de luiken aan de voor- en zijgevels, de nieuwe voordeur en de carport die later vervangen werd door een garage/schuur met opbergzolder uitgevoerd in zink. Ook in het interieur hebben verschillende verbouwingen plaatsgevonden waaronder de inrichting van de praktijkruimtes in 1982 en in 1994 in zijn huidige vorm en het verbouwen van de ruimtes op zolder tot werken logeerkamers in 1995.
Periode 4 Van huisartsenpraktijk naar het LaefHoês
De geschiedenis van ’t LaefHoês verloopt niet langs een uitgestippelde route. Er is wel een kompas: de zorgverleners en het dorp doen het samen. Daarbij groeit het besef dat gezondheid meer is dan zorg. En we ontdekken de bijzondere kracht van het dorp America. Ook zijn er wegversperringen zoals de worsteling met financiering.
2010 De kiem
Dorpsdokter Jan van Dongen vraagt begin 2010 de gemeenschap om mee te helpen met de oprichting van een gezondheidscentrum. Een Gebruikersadviesgroep formuleert een missie en visie die de tijd vooruit is. Kern: we creëren een plek waar zorgverleners nauw samenwerken en cliënten grote zeggenschap hebben. Op basis van die visie ondertekenen vijf zorgverleners een intentieovereenkomst. Daarmee is het fundament gelegd.
2011 Gezondheid is meer dan zorg
De Gebruikersadviesgroep draagt het stokje over aan een nieuw bestuur. Bij een werkbezoek aan een gezondheidscentrum in Nieuwegein wordt het nieuwe bestuur op het hart gedrukt om zorg en welzijn met elkaar te verbinden (“Maak er een Centrum van Geluk van”).
Het Dorpscafé, dat wij 28 september samen met de Dorpsraad organiseren, verbreedt onze horizon definitief. Met 60 dorpelingen bespreken we de kansen van het toekomstige Gezondheidscentrum America (GCA) en zij geven ons de volgende boodschap mee: Het GCA moet een laagdrempelige plek worden waar bewoners elkaar ontmoeten rond ‘gezond leven’. Waar men gezondheidsdiensten ophaalt, maar ook zelf inbreng levert via bijvoorbeeld gespreksgroepen, samen koken of vrijwillige diensten.
Naast zorg zijn andere voorzieningen nodig, zoals geschikte woningen, verenigingen, vervoer e.d. Al die voorzieningen moeten samenwerken. Deze wensen van het dorp worden richtinggevend voor onze verdere ontwikkeling.
2012 Van patiënten – naar dorpsparticipatie
Begin 2012 organiseren we een expertmeeting. Vijftien experts bevestigen de uitkomsten van het Dorpscafé. Volgens de experts is er behoefte aan nieuwe vormen van samenwerking tussen zorg en welzijn, tussen professionals en vrijwilligers, tussen eerste- en nuldelijnszorg. Hun advies: zoek daarin passende oplossingen voor America en doe dat met lef.
Het bestuur stelt in mei een businessplan vast met twee hoofdlijnen: realiseren van het gebouw (de hardware) en invullen van patiëntenparticipatie (de software). Maar hoe organiseer je patiëntenparticipatie? Adviseurs kunnen ons niet verder helpen. Daarom schrijven we het “Projectplan pionieren met patiëntenparticipatie”. Het projectplan brengt een enorme versnelling in de betrokkenheid van het dorp bij het GCA.
2013/2014 Groei en tegenslag
In 2013 worden alle onderdelen van het projectplan Pionieren met Patiëntenparticipatie uitgevoerd. Vooral de Dorpsdagboeken, waarin iedereen van jong tot oud zijn droom voor een leefbaar America mag verwoorden, blijken een schot in de roos. Tijdens een Dorpscafé in december 2013 starten zeven werkgroepen met de invulling van de thema’s die uit de Dorpsdagboeken naar voren komen. Met het gebouw, de hardware, verloopt het ondertussen moeizaam. Na het afhaken van Wonen Limburg brengt de gemeente ons in contact met Woonwenz. Maar ook die haken af. Inmiddels zijn we wel in gesprek met de Provincie over een subsidie. In januari 2014 zegt de Provincie een projectsubsidie van € 561.135 toe. De gemeente sluit aan met een subsidie van € 172.500. We kunnen Hay Mulders in juni 2014 aanstellen als Dorpsondersteuner. Hij is verbinder tussen het GCA en het dorp. Pieter van Wijk start in september als Kwartiermaker. Hij moet de samenwerking tussen de zorgverleners uitbouwen. Ondanks de grote bijdragen van provincie en gemeente blijkt dat de stichting de financiering niet rond krijgt. Hoe moet het verder? Jan van Dongen en Monique Verduijn bieden aan om de verbouwing te financieren en te verhuren aan de stichting. Dat maakt de weg vrij om het gebouw te ontwerpen. Dat doen we weer samen met het dorp. Een co-creatie team van 15 mensen bedenkt onder begeleiding van architecten Berit Ann Roos en Americaan Ludo Groen, hoe ONS gezondheidscentrum er uit moet zien. Hier worden de ideeën voor een huiskamer met keuken, een dorpstuin en een ruilbieb geboren.
2015 Het bruist
Geïnspireerd door de Dorpsdagboeken komt een stroom van activiteiten op gang. Op 31 maart wordt de Dorpscoöperatie opgericht. De werkgroep Verbinden start een vrijwilligersvervoersdienst. De werkgroep Ruilbieb vindt als Laeshook tijdelijk onderdak in Gemeenschapshuis Aan de Brug. De werkgroep Prettig Wonen brengt woningzoekenden bij elkaar. De Werkgroep Brood op de Plank en de Ondernemersvereniging organiseren samen een eerste Open Bedrijvendag. De werkgroep Opgroeien start een jeugdoverleg en regelt de Koningsspelen. De Klankbordgroep Bouw organiseert een Open Dag waarop de Americanen massaal komen kijken hoe het gebouw er nu en straks uit ziet. Ook het gebouw krijgt vorm. Ludo Groen maakt een ontwerp waarbij de wensen van het dorp worden meegenomen. Maar opnieuw moet er veel gerekend worden. Het ontwerpplan is te duur en we moeten snijden in het plan: de zolder en de serre worden niet (af)gebouwd. Om de kosten verder te drukken hebben we veel vrijwilligers nodig. En die komen er! De werkgroep Keuken, Tuin en Ruilbieb gaan op zoek naar fondsen.
2016 De eerste steen
Uit de suggesties vanuit het dorp kiezen we de naam het LaefHoês America. Er zijn mooie meevallers. De gemeente financiert de kosten van de Dorpsondersteuner. De Stichting Brood op de Plank organiseert een Dienstenveiling ten bate van ’t LaefHoês (opbrengst € 5.820). Op 14 april wordt de bouwvergunning verleend. Op 16 juni 2016 wordt samen met veel dorpsgenoten de eerste steen gelegd door Provincie-gedeputeerde Marleen van Rijnsbergen en wethouder Birgit op de Laak. Met de toegezegde fondsbijdragen kunnen de werkgroepen Keuken en Laeshook aan de slag. Als het LaefHoês bijna klaar is, starten we gesprekken om de samenwerking tussen de zorgverleners concreet te maken. Die samenwerking was immers een hoofddoel. Spannend is of de zorgverleners een nieuwe balans vinden tussen de eigen professionele rol en de samenwerking met de zorgkracht uit de gemeenschap.
Een unieke reis
We hebben de afgelopen jaren een unieke reis gemaakt samen met de bewoners van America. De invulling van de hardware (het gebouw) heeft langer geduurd dan wij dachten. Maar in die periode is de software (binding met het dorp) enorm gegroeid. ’t LaefHoês is niet voor maar van America geworden. In plaats van de standaardopzet van een gezondheidscentrum, met een wachtkamer, teamkamer en behandelruimtes, is gepraat over het concept van een woonhuis, met een openbare woonkamer, keuken, serre/tuinkamer en afzonderlijke prive-kamers, voornamelijk gesitueerd op de verdieping. De woonkamer is een ontmoetingsplek voor het dorp, waar men binnenloopt voor koffie of een boek. De keuken kan buiten kantooruren gebruikt worden om samen voor groepen te koken, en dient overdag als ontmoetingsplek voor gebruikers en zorgverleners. De tuinkamer kan in combinatie met de keuken gebruikt worden voor dagopvang, maar ook afgesloten worden voor vergaderingen en interdisciplinair overleg.
Periode 5: 2016 Start bouw Gezondheidscentrum het Laefhoês
Uitgangspunt voor het ontwerp is een modellenstudie, waarin verschillende gebouwvormen zijn onderzocht. De oude pastorie, c.q. klooster wordt behouden en wordt intern verbouwd. Er is gekozen voor een aanbouw in ‘blokmodel’ waarin het toe te voegen programma evenredig is verdeeld over drie verdiepingen en geplaatst is op de locatie van de voormalige schuur/ woonkamer. Enerzijds om op het kavel voldoende ruimte over te houden om de gewenste voorzieningen als een moestuin, openbaar terras en voldoende parkeermogelijkheden te realiseren. Anderzijds om de bereikbaarheid en de verhuurbaarheid van de tweede verdieping van het bestaande pand te vergroten. Door op iedere verdieping een fysieke link te leggen vormen bestaand en nieuw één gebouw. In de nieuwbouw wordt op een eigentijdse manier aansluiting gezocht bij het bestaande monumentale gebouw. Door het zadeldak, welke haaks aansluit op de bestaande kap, gelijk aan de voormalige schuur/ woonkamer. En door het deels behouden van de gevel van de voormalige schuur/ woonkamer, wat ervoor zorgt dat het bestaande en het nieuwe volume in elkaar zijn verweven. Voor de gevelbekleding is gekozen voor Europees thermisch verduurzaamde houten gevelplanken waarvan de maatvoering overeenkomt met twee lagen metselwerk. Hout benadrukt het karakter van een bijgebouw, doordat historisch gezien bijgebouwen vaak in hout werden uitgevoerd. Daarnaast is het in combinatie met houtskeletbouw een licht en duurzaam verantwoord bouwmateriaal. Het hout vergrijst snel en door zijn natuurlijke kleur sluit dit naadloos aan bij het historische metselwerk. De liftschacht kan bij voorkeur grotendeels uitgevoerd worden in glas. Zo wordt er veel daglicht het hart van het gebouw ingetrokken, en heeft men van hieruit een uitzicht op de naastgelegen monumentale kerk.
Rond de jaarwisseling werd het gebouw in gebruik genomen en is een mooi historisch pand behouden gebleven en gaat het een volgende fase in als het Laefhoês van America.
Op 19 maart 2017 werd het LaefHoês officieel geopend.
Ben van Essen (St. het LaefHoês)
Hay Mulders (Dorpsondersteuner).